Afmetingen
|
De breedte van
de loopplank is 0,30 meter. De hoogte van de vlakke loopplank ligt tussen
1,20 meter en 1,35 meter. Het toestel bestaat uit drie loopplanken met een
lengte die ligt tussen 3,60 meter en 4,20 meter per plank. De lengte van het
raakvlak is 0,90 meter.
|
Doel
|
De hond moet
over de kattenloop heen lopen, waarbij hij zowel bij de oploop als de afloop
met tenminste één poot het raakvlak moet aanraken.
|
Commando
|
Oóóóóóver
of shhhhhhhhhhh
|
|
Fouten
|
·
Weigering
·
Het niet met
tenminste één poot aanraken van het raakvlak van de op- en/of afloop
|
Bij het aanleren van de kattenloop begin je met de
hond aangelijnd aan een korte riem. De trainer neemt de hond over van de cursist en loopt aan de ene kant
mee, terwijl de cursist aan de andere kant loopt en die probeert de hond met
een speeltje of wat lekkers de kattenloop op te lokken. Het is hierbij
belangrijk dat zowel trainer als cursist dicht tegen de loopplank lopen om te
voorkomen dat de hond er af springt. Zodra de hond aanstalten maakt over de
kattenloop te gaan lopen geef je het commando. Houd de hand met het brokje vlak
boven het midden van de plank, want de hond moet gaan kijken naar de plank. Doe
het vooral heel rustig aan in het begin. Laat de hond maar eens even wachten
midden op de plank en laat hem even rustig wennen. Spreek je hond bemoedigend
en geruststellend toe. Doet hij de oefening goed dan volgt uiteraard de welverdiende
beloning. Is de hond erg angstig, begin dan op de horizontale plank dicht bij
de grond. Gaat dit goed dan koppel je de afloop er aan vast en gaat dit ook
goed dan neem je de oploop er bij. Pas wanneer de hond helemaal vertrouwd is
met de kattenloop kan het gebruik van de riem afgebouwd gaan worden en daarna
de assistentie van de trainer. Probeer vooral de rust er in te houden en
besteed aandacht aan de raakvlakken. De snelheid komt later wel.