Die trainen met hun hond "Buddy".
Ik ben Buddy. Ik ben een zwart/bruine pinscher van negen jaar. Ik heb eerst in IJsselsteijn gewoond. Daar wilde mijn baasje me niet meer hebben, en toen hebben ze me naar een asiel gebracht in Smakterheide. Daar kwam een stel me na een poosje ophalen. Ik sprong meteen bij ze in de auto. Ik wilde wel graag mee. Ik was wel een beetje zenuwachtig.. Maar ze hadden een groot huis en een leuke tuin, en ze gingen al snel met me wandelen. Dat had ik nog nooit eerder gedaan, dus ik kreeg een beetje pijn aan mijn pootjes: het was zo hard op de straat. Maar het wende al snel. Later lieten ze me uit op een omheind veldje, en dan kon ik lekker rennen van de ene naar de andere kant, en dan kreeg ik nog wat lekkers van ze ook! Toen mocht ik met ze mee op een reuzegroot veld, met paden en veldjes. Dat was leuk. Daar mocht ik fijn los rennen en snuffelen. Dat had ik mijn leven nog niet gedaan.
En op een dag, dat was mijn grootste verrassing, mocht ik mee naar een veld met allemaal leuke toestellen, waar ik op, door, en overheen kon lopen en springen. Er waren ook allemaal andere honden. Ik had nog er nog nooit eerder zoveel ontmoet. Ook al ben ik nog wel eens een beetje onzeker en wat bazig, ik ga het steeds leuker vinden om met mijn soortgenoten om te gaan.
Ik ben echt heel enthousiast als ik aan de beurt ben voor de behendigheidstraining. De paaltjes en de band vind ik niet zo leuk. Die doe ik alleen maar als ik een kluifje krijg. De kattenloop, het dak, en de wip wel. Ook de hordes vind ik prima om te doen. Als ik een rondje of drie, vier gerend heb, vind ik het wel genoeg, dan wil ik alleen nog een beetje spelen met de andere honden. Dan ben ik moe. Ik ben al negen hoor en ik heb soms een beetje last van mijn rug! Als mijn baasje me dan nog een keertje wil laten rennen, dan luister ik niet meer zo goed. Het is tenslotte voor de fun. Aan regen en kou heb ik een hekel, maar dan moet ook mee. Gelukkig krijg ik dan wel kluifjes. Daar ben ik wel gek op.
Oh ja, ik moest nog de groeten doen van mijn baasjes, Fred & Dula Plöenes en tevens doorgeven dat ze de pen aan Toos & Wim overhandigen.